Zoals het spreekwoord luidt: goede afspraken maken goede vrienden. Dat communicatie een conditio sine qua non is voor goede verstandhoudingen spreekt voor zich. Dat geldt op het werk, tussen vrienden en, uiteraard, binnen de familie.
Hoe eenvoudig dat ook lijkt op papier, de werkelijkheid bewijst het tegendeel. Terwijl communicatie inherent is aan de mens en het net daar is waar onze kracht in schuilt, is het tegelijkertijd een bron van conflicten en strubbelingen. Ook binnen families ligt niet of niet goed communiceren aan de basis van heel wat problemen die eigenlijk geen problemen hadden moeten zijn.
Herinnert u zich meneer Durand, oprichter en CEO van een bloeiend schildersbedrijf nog? Via zijn testament laat hij zijn bedrijf na aan zijn zoon, die al jarenlang een belangrijke functie bekleedt in de onderneming. Zijn onroerendgoedmaatschappij laat hij na aan zijn dochters. Puur feitelijk gezien heeft hij zijn vermogen eerlijk verdeeld, en toch weigeren zijn dochters de erfenis. Zij hebben niet kunnen genieten van dezelfde reputatie en voordelen als hun broer en dat die ongelijkheid ook na het overlijden van hun vader wordt verdergezet komt hard aan.
Communicatie en erfenisproblemen
Had deze situatie, die ongetwijfeld zwaar heeft gewogen op de relatie tussen de zussen en hun broer, vermeden kunnen worden? Absoluut. Als vader Durand zijn dochters had verteld over zijn plannen om het schildersbedrijf na te laten aan zijn zoon, dan hadden beide dochters hem kunnen vertellen dat ze het daar niet mee eens waren. Als de dochters op voorhand duidelijk hadden gemaakt dat ook zij interesse hadden in een aandeel in het familiebedrijf, dan had vader Durand misschien wel rekening gehouden met die wensen in zijn testament.
Dat de verdeling van het vermogen bij het overlijden van een familielid vaak de nodige conflicten met zich meebrengt, is algemeen bekend. Zoals we in ons vorig artikel al aanhaalden, is een erfenis vaak niet de oorzaak van die problemen zoals we over het algemeen aannemen, maar wel het moment dat dieperliggende problemen aan het licht brengt.
Denk maar aan kinderen die al levenslang het gevoel hebben dat ze benadeeld worden ten opzichte van hun broer of zus, kinderen die zich moreel of financieel niet gesteund voelen door hun ouders, ouders die het niet eens zijn met de levenskeuzes van hun kinderen, enzovoort. Al die familiale onenigheden, die al dan niet onder de oppervlakte uitgevochten worden, lopen het risico met volle kracht aan het licht te komen op het ogenblik dat er sprake is van een erfenis.
Hét tovermiddel om ervoor te zorgen dat een erfenis niet tot zo’n uitbarsting leidt, is heel eenvoudig: communiceren. En toch, zo simpel blijkt het niet te zijn, dat bevestigt het grote aantal erfenisruzies- of spanningen die nog steeds uitgevochten worden.
Zware onderwerpen
Maar hoe komt het toch dat het zo moeilijk is om te communiceren met onze naasten? In het geval van een erfenis is de eerste reden voor de hand liggend: het gaat om geld.
Geld is een taboe in heel wat relaties. Het is een onderwerp dat we het liefst niet te uitvoerig bespreken met vrienden, maar ook tussen partners, tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen is het een delicate kwestie.
Geld is een onderwerp dat we graag uit de weg gaan om niet als als ‘ondankbaar’ of ‘krenterig’ over te komen. En als we dat risico dan toch zouden durven nemen, dan is er nog de vrees dat we de tegenpartij zullen kwetsen of een ongemakkelijk gevoel zullen bezorgen door het onderwerp ter sprake te brengen.
Hoe belangrijk geld ook is in de relatie met onze naasten, het is een onderwerp waarover we maar zelden in onze kaarten laten kijken.
Natuurlijk is er meer in het spel dan enkel en alleen geld. Een erfenis is dan ook veel meer dan een overdracht van goederen, het is ook een symbolische overdracht van gevoelens en affectie. Of ze zich er nu bewust van zijn of niet, familieleden beschouwen onvermijdelijk hun deel van de erfenis als een symbool van de waarde die ze hebben voor de overledene. Het feit dat meneer Durand in ons voorbeeld beslist om via zijn testament het familiebedrijf integraal na te laten aan zijn zoon, bezorgt zijn dochters, ongetwijfeld onopzettelijk, een gevoel van minderwaardigheid ten opzichte van hun broer.
Er is oefening en moed voor nodig
Geld en gevoelens, het zijn twee zware onderwerpen, maar ook die kunnen we bespreekbaar maken onder familieleden. Een eerste belangrijke stap daartoe is om al van jongs af aan een open sfeer te scheppen waarin kinderen het gevoel hebben dat ze niet alleen hun mening mogen geven, maar dat die ook gehoord en erkend zal worden.
Ook op communicatievlak kopiëren kinderen bovendien het gedrag van hun ouders. Ouders die regelmatig de tijd en moeite nemen om met hun kinderen te communiceren, ook over minder evidente onderwerpen, stellen een open voorbeeld en sporen hun kinderen aan om ook zelf het initiatief tot moeilijkere gesprekken te nemen.
Bovendien is communiceren niet gelijk aan praten. Luisteren naar de ander is minstens even belangrijk als zelf het woord nemen.
Vooral in intergenerationele communicatie zijn luisteren, begrijpen en accepteren drie onmiskenbare sleutelbegrippen.
Zoals elke actie vereist communicatie twee essentiële dingen: oefening en moed. Efficiënt communiceren is een vaardigheid die tijd, moeite en energie vraagt, zowel van de ouders als van de kinderen, maar de resultaten ervan zijn voor beide partijen van onschatbare waarde.
Een genuanceerde transparantie
Tot slot gaat het niet altijd om meer communiceren, maar vooral om beter communiceren. Zoals we hierboven al aanhaalden is goede communicatie de basis voor goede familierelaties en uiteindelijk ook voor een vredevolle erfenis, maar dat betekent niet dat we steeds alles open en bloot op tafel moeten leggen.
Ouders hebben het volste recht om het zeggenschap over hun vermogen te behouden en zijn dus allesbehalve verplicht om alle details aan hun kinderen mee te delen. Hun onderhoudsplicht en de schenkingen die ze eventueel doen wanneer hun kinderen ouder worden, hebben dan ook niets te maken met het vermogen dat ze vergaard hebben. Daar hebben de kinderen in wezen pas recht op bij het overlijden van de ouders.
Een genuanceerde transparantie als het over het familievermogen gaat is dan ook vaak op zijn plaats. Die laat de ouders toe om niet alles te zeggen, maar om enkel datgene te delen dat essentieel is voor de goede verhoudingen binnen de familie.